Weg ontspanning, weg verbinding, maar vooral gespannen, gapende mensen voor je neus.
Waar je impact dacht te maken met jouw woorden, duw je de mensen verder weg de frustratie in. Je moet echt met een hele sterke (korte) presentatie komen wil je de mensen geboeid aan jouw zijde hebben en daar hangen nogal behoorlijk wat voorwaardes aan.
Dus…voeg zoveel mogelijk interactie toe en maak van die toehoorders echt deelnemers. Zoals we ze in de wandelgangen standaard noemen, maar vaak in de steek laten door het oneindig gooien van teksten. Zonder beleving, zonder interactie, zonder emotie.

Nummer 1: De Presentatiebingo
Deze werkvorm zetten we na iedere Grote Werkvormendag in. Omdat het naast een mooie interactiegever ook een hele handige samenvatting is.
Stel; de directeur gaat aan de slag met het jaarverslag. Even die gezellige kerstborrel onderbreken voor een (veel te) lange speech. Laat de mensen in de zaal eens 9 woorden in een raster van 3 bij 3 opschrijven die zij verwachten terug gaan komen in het verhaal. Voor aanvang. Gedurende de speech ontstaat er een ouderwets potje bingo en luistert iedereen aandacht of ‘de juiste woorden’ voorbij komen. Bingo? Roep het lekker door de zaal! Dan heeft iemand de speech goed ingeschat.
Verdieping: laat de mensen daarna in gesprek gaan met elkaar, welk woord miste jij nog of welk woord heb je veel gehoord en niet opgeschreven? Voer genoeg voor inhoudelijke gesprekken én wat humor op de vloer.
Nummer 2: Qandr (of de bekendere Mentimeter)
Interactie via de telefoon, zodat die even niet weg hoeft óf afleidende werkt want iedereen gaat ermee aan de slag. Maak vooraf een paar interactieve vragen in de stijl van een meerkeuzevraag, een woordenwolk of een stelling en zorg ervoor dat de mensen meedoen tijdens de presentatie. Je krijgt er een heleboel meningen voor terug!
Nummer 3: Interview stijl
Een dialoog is veel prettiger om te horen en volgen dan een eenrichtingspraatje. Naast het feit dat je twee stemmen hoort met dynamiek in het gesprek, zit er ook meer regie in het verhaal. Er wordt niet oneindig lang met allerlei vertakkingen gesproken over zo ongeveer alles. Er wordt een gericht gesprek gevoerd met (vooraf bepaalde) vragen waar mensen zich vaak in kunnen herkennen. Dan ben je ook benieuwd naar het antwoord en voel je meer verbinding met het gesprek.
Nummer 4: Groen / Rood ( / geel) stellingen
We vinden overal wel wat van. Meningen ten overste als het gaat om materie waar we veel mee bezig zijn. Op de werkvloer kun je je wel voorstellen dat de mensen weet hebben van diverse zaken en daar graag wat van vinden. Nou, met deze werkvorm kun je alle mensen tegelijk hun mening laten delen zonder dat je de regie kwijt raakt.
Geef iedere aanwezige een rode en een groene kaart en verwerk een aantal stellingen in de presentatie. Liever nog, knoop de stellingen met wat inhoud aan elkaar. Bij iedere stelling kun je de mensen vragen of ze het er wel of niet mee eens zijn. Of dat de inhoud wel of niet waar is. Je bepaalt zelf of je iemand het woord geeft of niet, of dat je buren met elkaar in gesprek laat. Maar interactie creëer je sowieso!
Nummer 5: What’s the question?
Draai het eens om! We geven de hele dag door overal antwoord op. We vinden het fijn om te helpen en delen graag onze kennis als daar (of niet) naar gevraagd wordt. Bij deze werkvorm wordt er in een presentatie, in een kleiner groepje of zelfs in duo’s uitgegaan van antwoorden. Mensen delen de antwoorden met elkaar en moeten dan op zoek gaan naar de vraag die daarbij hoort. Met een boel humor en gokken krijg je de interessantste vragen. Je leert zelf nog veel meer over dat antwoord kennen en je kijkt mee in het brein van de ander. Interactie genoeg tot en na het delen van de juiste vraag!
Wil je meer tips over het houden van regie bij die speeches en presentaties van belangrijke personen? Lees dan verder: ‘Zet HELP in, voorkom lange saaie praatjes’.